Leg een bloemenweide aan

Een bloemenweide zorgt jaarlijks voor prachtige bloemen én helpt de bijen overleven.



Delen

Bloemen zijn meer dan een streling voor het oog. Ze bieden wilde bijen, honingbijen, hommels en zweefvliegen een bron aan nectar en stuifmeel. Deze insecten zijn onmisbaar voor de bestuiving van fruitbomen en landbouwgewassen. Daarom legt Regionaal Landschap Brabantse Kouters bloemenweiden aan in haar projecten.

Een bloemenweide bestaat uit meerjarige bloemen en grassen. Dit bloemenrijk hooiland kom je eerder tegen in het buitengebied en komt met een specifiek beheer. Hoe schraler je grond, hoe bloemenrijker je weide wordt. Zo'n bloemenrijk hooiland ziet er elk jaar anders uit, je krijgt een heel dynamisch stukje natuur. 

Regionaal Landschap Brabantse Kouters kiest voor zadenmengsels met soorten die ook spontaan zouden verschijnen als je jarenlange verschralingsbeheer zou toepassen zoals margrieten, knoopkruid, klavers, wilde peen, ...

Een bloemenweide is dus niet hetzelfde als een bloemenakker, die uit eenjarige planten bestaat. En doordat een bloemenweide meerjarig is, krijgt de biodiversiteit voor een veel langere periode een boost. Je insecten worden jaar na jaar van nectar en stuifmeel voorzien en vinden elk jaar overwinteringsplaatsen. De vogels weten dat ze er jaarlijks zaden vinden. 

 

Zo creëer je een bloemenweide

  1. Een bloemenweide kan je enkel op een groot perceel aanleggen. De bloemenweide is bij voorkeur minimaal 1 are (100 m²) groot. De bloemenweide moet in volle zon liggen.
  2. Onderzoek of je je bloemenweide moet aanleggen of je via verschralingsbeheer je grasland kan omvormen tot bloemenweide.
  3. Als je al een interessant grasland hebt, ploeg je het beter niet om. Pas je maaibeheer aan (zie beheer).
  4. Moet je je bloemenweide wel aanleggen? Onderzoek je bodem zodat je weet welk bodemtype je hebt.
  5. Kies de juiste zaadmengsels voor jouw bodemtype. Kies voor inheemse, lokaal opgekweekte bloemenzaden. Kies mengsels zonder graszaden!
  6. Ploeg, spit of frees de bovengrond. Als je van een grasmat vertrekt, moet je ervoor zorgen dat de bodem zoveel mogelijk van grassen ontdaan is.
  7. Zaaien kan vanaf april tot eind mei of eind augustus tot eind september: 150 à 200 gram per are volstaat. Zaai in een periode dat het voldoende regent.
  8. Voor het gemakkelijker inzaaien kan je de zaden mengen met wit zand. Gebruik de drievingermethode: de zaden rusten in de holte van de handpalm en glijden langs wijs-, midden- en ringvinger. Zaai niet met de volle hand om te vermijden dat je te dicht zaait. 
  9. Na het inzaaien, druk je de bovengrond aan.
  10. Oefen wat geduld uit. Een meerjarige bloemenweide kan tot twee jaar nodig hebben om te stralen en ziet er elk jaar anders uit.

Beheer je bloemenweide

Een vaste bloemenweide wordt twee maal per jaar gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. De eerste keer eind juni/begin juli. Hierdoor bloeien sommige soorten nog een tweede keer. De tweede maaibeurt is eind september/begin oktober. Bij het maaien laat je telkens een strook/hoek van 20% van de oppervlakte ongemaaid, zo is er nog steeds nectar aanwezig en verwijder je niet alle bloemen in een keer.

Laat telkens het maaisel een week liggen voordat je het afvoert. Op deze manier kunnen de zaadjes eruit vallen en volgend jaar weer een prachtig bloementapijt geven.

Als je na enkele jaren merkt dat de grassen te veel toenemen, kan je tijdelijk overschakelen naar drie maaibeurten per jaar met afvoer van maaisel.

Advies

Wil je als gemeente of natuurvereniging advies over de aanleg van een bloemenweide?

 

Contacteer ons
Bloemenweide Sint-Alexius
© RLBK
Bloemenweide Bufferbekken Zemst
© RLBK
Wilde peen
© RLBK
Margriet
© RLBK

Doe nog meer voor de bij